Deze drie stukken zijn geschreven door studenten aan het University College London die in hun vierde jaar zitten en de taal vanaf nul hebben geleerd. Dit zijn de producten van een workshop gegeven door Vrouwkje Tuinman, waarin de eerste opdracht was een verhaal te schrijven aan de hand van een foto van een gezin rondom een auto (Balint’s stuk), en de tweede om een stukje te schrijven aan de hand van drie willekeurige woorden (een personage, een werkwoord, en een bijvoegelijk naamwoord). Daar zijn de stukjes van Rose en Alice uit voortgekomen.
Ik loop naar beneden. De schreeuwen worden luider en luider. “GODVERDOMME FOCKING KETEL”. Piet is mijn loodgieter. Hij is de beste in heel Amsterdam “KUTWIJF PIJP” maar ik moet altijd thuis blijven op een weekdag zodat de kinderen “ROTJOCH SPANSLEUTEL” op school zitten, weg van zijn uitbundige vloeken.
“Hoi Meike, alles in orde nu, dat is 85 euro in totaal schatje.”
— Rose
Mijn trotse vader staat met zijn hand in zijn broekzak in het familiebeeld, alleen aan de ene kant van de auto. Als onze moeder nog zou leven, zou mijn vader een oorvijg gekregen hebben. Niettemin heeft zijn nieuwe wijf minder etiquette dan onze gestorven moeder. Bovendien, waarom staan wij niet aan dezelfde kant van de auto, ik en mijn zus tussen mijn vader en mijn stiefmoeder?
Hij houdt van die nieuwe en prachtige auto meer dan van mij en mijn zus, maar volgens haar is dat niet zo. Misschien vindt mijn vader alleen mijn zus en de auto leuk en mooi, maar ik weet wel dat hij mij niet mag. Waarom hij die auto waardeert kan ik begrijpen, allebei zijn koel en zonder emoties. Niettemin vind ik de reden moeilijk te begrijpen hoe mijn zus op het koele en vies staal kan zitten. Hoewel, eigenlijk lijkt de auto nu op ons huis. Mijn vader werkt de hele dag, hij is nu de directeur van een bedrijf in de stad. Onze stiefmoeder is hele dag thuis, zij drinkt en rookt en ik en mijn zus moeten schoonmaken. Ik zeg mijn vader altijd dat ik ook school heb en ervoor moet studeren en niet zo veel tijd heb om te poetsen. Waarschijnlijk is niet een groot probleem voor mijn vader, omdat hij zelden thuis is. Hij heeft meer in het geding met zijn baan
Misschien zal ik wegrijden. Mijn zus gaat toch al volgende week naar Tilburg om psychologie te studeren. Misschien is dit de laatste foto van onze ‘familie.’ Eigenlijk wil ik het graag, wegrijden met de auto, naar mijn grootmoeder en haar leven. Daar zou ik liefde krijgen, en niet deze kille omgeving en een stiefmoeder de altijd drinkt en rookt en niet met me spreekt.
— Balint
Ik word ineens wakker als ik de klank hoor. Ik verstijf van angst. Nog een keer, de klank: krijsend, dichterbij, luider tegen de glas. Wat is dat? Hoe laat is het? Is het menselijk? Ik weet niet wat te doen: ik herinner dat ik alleen ben in het huis, en ik voel tranen in mijn ogen. Ik reik naar mijn mobiel met trillende handen en begin gehaast de politie te bellen. Dan houdt het geluid op. Heel langzaam sta ik op en ik sluip naar het raam…
“Goeiemorgen!”
Ik schreeuw. Het is de glazenwasser.
— Alice